De weerstandsratio komt bij de Jaarstukken 2018 uit op een stand van 1,4. Dat is gelijk aan de met de raad afgesproken de grens waarbij overwogen kan worden het surplus aan te wenden. Deze stand is een verbetering ten opzichte van de stand uit de Begroting 2019. De verbetering wordt grotendeels veroorzaakt door een hogere stand van de algemene reserve vanwege de toevoeging van het jaarrekeningresultaat 2018. Het risicoprofiel is daarnaast licht gedaald vanwege het toekennen van middelen voor de diverse risico's bij boomziekten en een lager risicoprofiel in het werkveld bij de GR Dienst Gezondheid en Jeugd.
De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Nieuwe projecten, economische ontwikkelingen en investeringsbeslissingen kunnen het risicoprofiel beïnvloeden waardoor het weerstandsvermogen aan tussentijdse fluctuaties onderhevig is.
Zo spelen er diverse ontwikkelingen die binnen een tijdsbestek van enkele jaren zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben op de vermogenspositie en hiermee de ratio van het weerstandsvermogen. Te denken valt hierbij aan te nemen besluiten en verwachtingen omtrent:
- de blijvende financiële druk op de exploitatie vanuit de grote decentralisaties, met name Jeugd en WMO, en hiermee gepaard gaande financiële afwegingen.
- het definitieve jaarrekeningresultaat 2018 en de verwachte resultaten voor de eerstvolgende jaren.
- de winstpotentie op diverse grondexploitaties vanuit het Grondbedrijf.
- het structureel sluitend krijgen en houden van de meerjarenbegroting 2020-2023.
In de paragraaf Grondbeleid wordt separaat uitleg gegeven over het risicoprofiel en de algemene reserve van het Grondbedrijf in 2018.