Financiële positie en toelichting

Structurele exploitatieruimte

De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door de incidentele baten en lasten in mindering te brengen op de totale baten en lasten en daar vervolgens de structurele verrekening met de reserves bij op te tellen. Budgetverschillen op activiteiten inzake structureel bestaand beleid blijven in hun aard onderdeel van de structurele exploitatieruimte. Over het algemeen geldt dat naarmate de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, de exploitatie meer flexibel is dan een exploitatie waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De structurele exploitatieruimte wordt uitgedrukt in een percentage en wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten zodat beoordeeld kan worden welke structurele ruimte er is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent dit dus dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Bepaling structurele exploitatieruimte (Rekening 2018)

Bedragen x € 1.000

structureel

incidenteel

totaal

Lasten

451.032

39.412

490.444

Baten

459.349

25.712

485.061

Mutaties reserves

8.611

7.854

16.465

Totaal

16.928

-5.846

11.082

Percentages structurele exploitatieruimte

Bedragen x € 1.000

Rekening 2017

Rekening 2018

Begroting 2019

A Totale structurele lasten

441.596

451.032

453.712

B Totale structurele baten

448.082

459.349

449.119

C Totale structurele toevoegingen aan reserves

17.297

28.447

10.610

D Totale structurele onttrekkingen aan reserves

24.697

37.058

13.770

E Totale baten

467.486

485.061

478.920

Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%

3,0%

3,5%

-0,3%

Saldo

13.885

16.928

-1.433

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de structurele exploitatieruimte ten opzichte van vorig jaar een half procent is gestegen tot 3,5%. Er zijn geen landelijke normen voor de structurele exploitatieruimte omdat het percentage erg afhangt van de lokale situatie, maar hier geldt wel hoe hoger dit percentage is, hoe beter.